Bij het bepalen van de vervangingswaarde in het kader van de Wet WOZ indexeren gemeenten vaak de stichtingskosten. Soms indexeren taxateurs historische stichtingskosten over een periode van meer dan 50 jaar. Dat is uiteraard onjuist en in strijd met jurisprudentie en de vakliteratuur. Verder maken taxateurs vaak standaard gebruik van indexreeksen zoals de WEBCI, MBK, GWW en de index voor Andere tanks, reservoirs en verpakkingsmiddelen, van metaal. Zeker in de slechte bouwmarkt van de afgelopen jaren is dat niet reëel.
Gerechtshof Amsterdam heeft enige tijd geleden namelijk een interessante uitspraak gedaan over de WOZ-waardering van een ziekenhuis in de gemeente Amsterdam. Het Hof oordeelt onder andere dat de geïndexeerde stichtingskosten niet de vervangingswaarde van het ziekenhuis weergeven. De door de gemeente gebruikte BDB-indexreeks houdt namelijk enkel rekening met de wijziging van loon- en materiaalkosten, maar niet met andere ontwikkelingen in de markt. De genoemde indexreeks houdt er bijvoorbeeld geen rekening mee dat de bouwmarkt al jaren onder druk staat en bouwondernemers bereid zijn om met lagere winstmarges genoegen te nemen. Hierdoor dalen stichtingskosten.
De uitspraak van het Hof is niet alleen van belang voor ziekenhuizen en ander zorgvastgoed, maar voor alle onroerende zaken die op basis van de gecorrigeerde vervangingswaarde worden getaxeerd. De uitspraak is dus bijvoorbeeld ook van belang voor incourante objecten zoals containerterminals, tankterminals, chemische complexen, voetbalstadions, theaters, scholen en universiteiten.
Twijfelt u aan de WOZ-waarderingen en aanslagen lokale heffingen die worden opgelegd ter zake van het incourante vastgoed van uw organisatie? Wij controleren de waarderingen en aanslagen graag voor u!